‘Chaos’; een primaire, ongevormde massa, samenraapsel van slordige kiemen, strijd tussen koud en warm, droog en vochtig, hard en zacht, zwaar en zwaarteloos’. (vrij naar: Ovidius, Metamorphosen)

Aan deze chaos voeg ik ‘iets van mijzelf’ toe. Dat ‘iets’ bestaat uit vele materialen die door de tijd niet ‘mee’ konden in andere kunstwerken.

Samengesmeed tot verbanden die ontsnappen aan de chaos en tot leven komen.

Jan Hofstra